knop knop knop knop knop knop knop


Statuten Huidstichting Chanfleury van IJsselsteijn



DOORLOPENDE TEKST DER STATUTEN
logo

Naam en zetel.
Artikel 1.
1. De stichting draagt de naam: CHANFLEURY VAN IJSSELSTEIJN STICHTING.
2. Zij heeft haar zetel te Amsterdam.
3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
  
Doel.
Artikel 2.
1. Het doel van de stichting is het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken uit de klinische en experimentele Dermatologie aan de vakgroep Dermatologie van de Universiteit van Amsterdam;
2. De stichting heeft uitsluitend culturele doelstellingen zonder winstoogmerken.
3.   De stichting tracht dit doel te bereiken door alle wettige middelen.
  
Vermogen.
Artikel 3.
1. Het vermogen van de stichting bestaat uit het kapitaal, dat door het bestuur van de stichting wordt bijeengebracht. Dit kapitaal zal worden verkregen uit erfstellingen, legaten en schenkingen, alsmede uit giften van publieke en particuliere organisaties, instanties en personen. De stichting zal zelf zorgdragen voor het waarmaken van haar doelstellingen door gebruik te maken van het inkomen uit haar kapitaal of van donaties - subsidies daaronder begrepen - die niet uitsluitend gegeven zijn voor het vergroten van haar vermogen.
  
Bestuur.
Artikel 4.
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste 3 en ten hoogste 5 leden. Het aantal leden wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.
2. Tot bestuurslid kunnen slechts worden benoemd personen, die als full-timer of voor meer dan zeven/tiende als parttimer tot de Vakgroep Dermatologie van de Universiteit van Amsterdam gerekend (kunnen) worden.
3. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, die tezamen het dagelijks bestuur vormen, terwijl - ingevolge besluit van het bestuur - hetzij de secretaris, hetzij de penningmeester als vice-voorzitter zal fungeren. De leden van het dagelijks bestuur dienen fulltime medewerker van de vakgroep dermatologie van de Universiteit van Amsterdam te zijn.
4. Bij het ontstaan van een(of meer) vacature(s) in het bestuur zullen de overblijvende bestuursleden (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen 2 maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolgers.
5. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden of vormt het enige overgebleven bestuurslid niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 7.
6. Mochten ter enige tijd alle bestuursleden ontbreken, dan zal een nieuw bestuur worden benoemd door de Arrondisementsrechtbank te Amsterdam.
7. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
       
Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten.
Artikel 5.
1.   De bestuursvergaderingen worden gehouden in Amsterdam, tenzij anders bepaald.
2.   Ieder kalenderjaar wordt tenminste één vergadering gehouden.
3.   Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien twee andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richten. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, zijn de verzoekers bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
4.   De oproeping tot de vergadering geschiedt - behoudens het in lid 3 bepaalde - door de voorzitter, tenminste veertien dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet medegerekend, door middel van aangetekende oproepingsbrieven.
5.   De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
6.   Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
7.   De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur en bij diens afwezigheid door de vice-voorzitter.
8.   Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
9.   Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid zijner in functie zijnde leden ten vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter der vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
10.   Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, telegrafisch of per telex hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
11.   Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.
12.   Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt.Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
13.   Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
14.   In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.
15.   De voorzitter zal erop toezien, dat alle besluiten van het bestuur worden uitgevoerd.
       
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging.
Artikel 6.
1.   Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en het beheer van het vermogen van de stichting.
2.   Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen.
3.   Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
4.   Besluiten betreffende de directe doelstelling van de stichting, alsmede de wijze van uitvoering daarvan kunnen door het bestuur slechts worden genomen na overleg met de Raad van Advies
       
Artikel 7.
1.   De stichting wordt in en buiten rechte uitsluitend vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het dagelijks bestuur.
       
Einde bestuurslidmaatschap.
Artikel 8.
1. Het bestuurslidmaatschap eindigt: a. door aftreden ingevolge het rooster van aftreden. Een aftredend bestuurslid is terstond herbenoembaar; b. door overlijden van een bestuurslid, bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen, bij schriftelijke ontslagneming (bedanken), alsmede bij ontslag op grond van artikel 298 boek 2 van het burgerlijk wetboek; c. door verlies van de kwaliteit, waaraan een persoon ingevolge het bepaalde in artikel 4 lid 2 behoort te voldoen teneinde als lid van het bestuur benoemd te kunnen worden.
2.   Het bestuur maakt een rooster van aftreden op in dier voege, dat ieder jaar om en nabij een derde gedeelte van de bestuursleden aftreedt. Een tussentijds benoemde neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene, ter gelegenheid van wiens beëindiging van het bestuurslidmaatschap zijn benoeming heeft plaatsgevonden.
3.   Mocht aan het bestuur van wanbeheer of ongeschiktheid van een bestuurslid blijken, dan is het bestuur bevoegd dat betreffende bestuurslid te ontslaan, mits het besluit tot ontslag wordt genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde der uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin tenminste twee/derde van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.
       
Raad van Advies.
Artikel 9.
1.   De Raad van Advies bestaat uit tenminste twee leden. Het aantal leden wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door het bestuur vastgesteld.
2.   Tot leden van deze raad zijn slechts benoembaar personen die als parttimer tot de Vakgroep Dermatologie van de Universiteit van Amsterdam gerekend (kunnen) worden, alsmede maximaal twee personen, als deskundigen op bijzondere terreinen aan te merken, niet behorende tot gemelde Vakgroep, een en ander met dien verstande, dat het aantal personen, behorende tot de Vakgroep, in de raad nimmer beneden de helft zal dalen.
3.   De leden van deze raad worden door het bestuur voor onbepaalde tijd benoemd en kunnen derhalve te allen tijde uit hun functie worden ontheven.
4.   Het lidmaatschap van deze raad eindigt voorts door overlijden van het lid, bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen, bij schriftelijke ontslagneming (bedanken), alsmede wanneer een persoon ten tijde van de benoeming behorende tot de Vakgroep, deze kwaliteit verliest.
5.   De raad wijst uit zijn midden een voorzitter aan.
6.   De Raad van Advies vergadert tenminste éénmaal per kalenderjaar en voorts zo dikwijls als zulks door een lid van de Raad nodig wordt geacht, alsmede op verzoek van het bestuur, ingeval het bestuur besluiten neemt als bedoeld in artikel 6 lid 4 en artikel 10 lid 2 dezer statuten.
       
Boekjaar en jaarstukken.
Artikel 10.
1.   Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2.   Het bestuur zal jaarlijks uiterlijk per één oktober een begroting voor het volgende kalenderjaar opstellen, één en ander in overleg met de Raad van Advies.
3.   Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken, vergezeld van een rapport van een door het bestuur aan te wijzen deskundige binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden.
4.   De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld. Goedkeuring door het bestuur strekt tot décharge van de penningmeester over het betreffende boekjaar.
5.   De secretaris zal een lijst bijhouden van alle instrumenten, toestellen en overige eigendommen van, de stichting, waaronder begrepen alle publicaties, die van de stichtingsgelden worden aangeschaft.
       
Reglement.
Artikel 11.
1.   Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.
2.   Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3.   Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
4.   Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 12 lid 1 van toepassing.
       
Statutenwijziging.
Artikel 12.
1.   Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde der uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin tenminste twee/derde van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is, welker vergadering tenminste een maand tevoren is bijeengeroepen per brief, waarin het voorstel tot statutenwijziging woordelijk is opgenomen.
2.   De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
3.   De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het Openbaar Stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft.
       
Ontbinding en vereffening.
Artikel 13.
    Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 12 lid 1 van overeenkomstige toepassing.
    De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
    De vereffening geschiedt door het bestuur.
    De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 12 lid 3.
    Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
    Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting.
    Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende dertig jaren berusten onder de jongste vereffenaar.
       
Slotbepaling.
Artikel 14.
1.   In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.

bezoekers: